Please or Registreren to create posts and topics.

Psalm 29

'Een psalm van David. Geef de HEERE , machtige heersers, geef de HEERE eer en macht. Geef de HEERE de eer van Zijn Naam, buig u voor de HEERE neer in Zijn heerlijke heiligdom. De stem van de HEERE klinkt over de wateren, de God der ere dondert; de HEERE is op de grote wateren. De stem van de HEERE is vol kracht, de stem van de HEERE is vol glorie. De stem van de HEERE breekt de ceders, ja, de HEERE verbreekt de ceders van de Libanon. Hij doet de Libanon huppelen als een kalf en de Sirjon als een jonge, wilde os. De stem van de HEERE hakt vurige vlammen uit de wolken . De stem van de HEERE doet de woestijn beven, de HEERE doet de woestijn Kades beven. De stem van de HEERE doet de hinden jongen werpen en ontschorst de wouden; maar in Zijn tempel zegt eenieder: Hem zij de eer! De HEERE troont boven de watervloed, ja, de HEERE troont als Koning voor eeuwig. De HEERE zal Zijn volk kracht geven, de HEERE zal Zijn volk zegenen met vrede.' Psalm 29:1-11 (HSV)

Psalm xxix.

291EEn Psalm Davids. Gevet den HEERE, ghy kinderen der machtigen, gevet den HEERE eere ende sterckte.

2Gevet den HEERE de eere sijns Naems; aenbiddet den HEERE inde heerlickheyt des heylichdoms.

3De stemme des HEEREN is op de wateren, de Godt der eeren dondert; de HEERE is op de groote wateren.

4De stemme des HEEREN is met kracht; de stemme des HEEREN is met heerlickheyt.

5De stemme des HEEREN breeckt de cederen; Ia de HEERE verbreeckt de cederen Libanons.

6Ende hy doetse huppelen als een calf; den Libanon, ende Sirion, als een jonck eenhoorn.

7De stemme des HEEREN houwter vlammen vyers uyt.

8De stemme des HEEREN doet de woestijne beven; de HEERE doet de woestijne Kades beven.

9De stemme des HEEREN doet de hinden jongen werpen, ende ontbloot de wouden: maer in sijnen Tempel, seyt [hem] een yegelijck eere.

10De HEERE heeft geseten over den watervloet; ja de HEERE sitt, Coninck in eeuwicheyt.

11De HEERE sal sijnen volcke sterckte geven; de HEERE sal sijn volck segenen met vrede. (SV 1637)

 

'Een psalm van David. Geeft de Here , gij hemelingen, geeft de Here heerlijkheid en sterkte; geeft de Here de heerlijkheid van zijn naam, buigt u neder voor de Here in heilige feestdos. De stem des Heren is over de wateren, de God der heerlijkheid doet de donder weerklinken, de Here over de geweldige wateren. De stem des Heren is vol kracht, de stem des Heren is vol glorie. De stem des Heren breekt ceders, ja, de Here verbreekt de ceders van de Libanon. Hij doet ze opspringen als een stierkalf, de Libanon en de Sirjon als een jonge woudos. De stem des Heren klieft vuurvlammen, de stem des Heren doet de woestijn beven; de Here doet de woestijn van Kades beven; de stem des Heren doet de hinden jongen werpen en zij ontschorst de wouden. Maar in zijn paleis zegt ieder: Ere! De Here troonde (verleden tijd?) boven de zondvloed, ja, de Here troont als koning in eeuwigheid. De Here zal zijn volk sterkte verlenen, de Here zal zijn volk zegenen met vrede.' Psalmen 29:1-11 (NBG51)

 

Amen!